Nederland heeft tot 31 december 2019 de tijd om de Europese Mandatory Disclosure-richtlijn te implementeren in nationale wetgeving. Deze richtlijn verplicht intermediairs, zoals belastingadviseurs en accountants, om grensoverschrijdende constructies die gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken bij de belastingdienst te melden. Volgens het ministerie van Financiën betekent dit een belangrijke stap in de strijd tegen belastingontwijking. Met het nieuwe waarschuwingssysteem krijgt de belastingdienst meer informatie over potentiele misbruiksituaties, zodat zij hierop actie kunnen ondernemen. Ook zou het een preventieve werking hebben op het aantal agressieve fiscale adviezen.
Terugwerkende kracht
De richtlijn is in feite al op 25 juni 2018 in werking getreden. Dat betekent dat vanaf 25 juni 2018 moet worden bijgehouden welke constructies moeten worden gemeld. Inlichtingen inzake die constructies moeten vervolgens tussen 1 juli 2020 en 31 augustus 2020 worden gemeld. Het is raadzaam om nu al kritisch te kijken of in het bestaande cliëntenpakket sprake is van meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies. BTW, douanerechten en socialezekerheidsbijdragen vallen niet onder het bereik van de richtlijn.
Intermediairs
Een intermediair voor de richtlijn is een persoon die een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie bedenkt, aanbiedt, opzet, beschikbaar maakt voor implementatie of de implementatie daarvan beheert. Dat is behoorlijk ruim. Wanneer er meer dan één intermediair is, ligt de meldingsplicht bij alle intermediairs die bij de grensoverschrijdende constructie betrokken zijn. Een intermediair kan worden ontheven voor zover hij aantoont dat de inlichtingen al door een andere intermediair zijn verstrekt.
Nieuw feit
Het melden van grensoverschrijdende constructies aan de belastingdienst maakt dat er relevante informatie is verstrekt, zodat na het opleggen van een definitieve aanslag in principe geen navordering meer mogelijk is. Een navorderingsaanslag kan alleen worden opgelegd als de inspecteur over een nieuw feit beschikt. Het lijkt erop dat de inspecteur bij het opleggen van een navorderingsaanslag geen nieuw feit heeft ten aanzien van inlichtingen die zijn verschaft in het kader van de melding van de grensoverschrijdende constructie. Het valt te bezien hoe dit gaat uitpakken. Door belastingplichtige kan overwogen worden om tevens aan de bevoegde inspecteur de informatie te sturen.
Sancties
Het enige wat de richtlijn voorschrijft, is dat sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Het staat Nederland verder vrij om de sancties op overtredingen van de meldingsplicht vast te stellen. Hoe hoog de boete wordt, is nog niet bekend. Als een gelijke sanctie wordt opgelegd als bij country-by-country reporting, dan bedraagt de maximale boete € 830.000 (2018).
Administratieve lastenverzwaring
Slecht nieuws dus voor belastingadviseurs en andere intermediairs. Transparantie is een goede zaak, maar de buitenproportionele administratieve last van de meldingsplicht doet mijn inziens de balans negatief doorslaan. De regeling heeft een erg ruim toepassingsbereik en het vergt een behoorlijke inspanning van de intermediair om te bepalen of een bepaalde grensoverschrijdende structuur onder de meldingsplicht valt. De Nederlandse regering staat voor de moeilijke taak om de wetgeving te formuleren die recht doet aan de inhoud van de richtlijn, maar tevens voldoende duidelijkheid schept voor de intermediairs en niet onnodig inbreuk maakt op de rechten van de intermediairs en belastingplichtigen.
De auteur mr. M.J.C. Veerman RB is als belastingadviseur verbonden aan Contaxus Belastingadviseurs te Volendam