De kogel is door de kerk, de afschaffing van de dividendbelasting wordt teruggedraaid! Door het intrekken van deze maatregel heeft het kabinet 1,9 miljard euro extra te besteden. Hiermee worden enkele wetsvoorstellen aangepast.
Tijdens Prinsjesdag is een aantal controversiële wetsvoorstellen gepresenteerd, zoals:
- de afschaffing van de dividendbelasting;
- de inkorting van de looptijd van de 30%-regeling tot vijf jaar;
- het als dividend aanmerken van schuldverhoudingen van een DGA met zijn BV die de € 500.000 te boven gaan;
- het verlagen van het tarief van de vennootschapsbelasting.
Nu besloten is om de afschaffing terug te draaien, wordt voorgesteld om enkele wetsvoorstellen aan te passen. Enkele opvallende wijzigingen zijn:
- invoering van overgangsrecht voor expats die momenteel gebruik maken van de 30%-regeling, waarbij de huidige looptijd gerespecteerd wordt;
- de eigen woning wordt uitgezonderd bij het bepalen van de schuld van een DGA bij zijn eigen BV;
- het tarief van de vennootschapsbelasting wordt verder verlaagd tot uiteindelijk 15% voor winsten tot € 200.000 en 20,5% voor winsten boven de € 200.000 vanaf 2021.
30%-regeling
Nederland wil graag kennismigranten naar ons land halen. In de afweging om wel of niet naar Nederland te komen wegen de migranten de 30%-regeling mee.
Doordat het kabinet in eerste instantie heeft besloten om deze regeling zonder overgangsrecht te beperken naar 5 jaar, heeft het kabinet zich richting de bestaande gevallen een onbetrouwbare overheid getoond, immers er werd volledig voorbij gegaan aan de rechtszekerheid van de migranten die in het bezit waren van een beschikking met een looptijd van 8 jaar. Het nu voorgestelde overgangsrecht is dan ook aan te merken als een correctie van een eerder gemaakte inschattingsfout van het kabinet.
Beperken maximale schuldverhouding bij de BV
Indien de schuld van een DGA aan de eigen BV meer dan € 500.000 bedraagt, zou het surplus met ingang van 2022 als dividend worden aangemerkt. Tegenover deze schulden staan vaak zekerheden, zoals een woning, beleggingspanden of effectenportefeuilles. Deze schuldverhoudingen zijn veelal zakelijk en kunnen ook bij een derde afgesloten worden. Het kabinet heeft voorgesteld de regeling nu enigszins te verzachten door eigenwoningschulden uit te zonderen voor de berekening van de schuldverhouding. Naast deze uitzondering blijft de drempel van € 500.000 gelden.
De oorspronkelijke maatregel was mijn inziens te kort door de bocht en zou slechts moeten gelden voor schulden die zijn aangewend voor consumptief gebruik, waar geen zekerheden tegenover staan. Door deze maatregel komt het kabinet enigszins tegemoet aan de protesten uit de praktijk, al zou een verdere beperking van de maatregel gewenst zijn.
Verlaging tarief vennootschapsbelasting
Om het bedrijfsleven tegemoet te komen heeft het kabinet aangekondigd het tarief voor de vennootschapsbelasting nóg verder te verlagen. In het oorspronkelijke wetsvoorstel werd het toptarief reeds verlaagd van 25% naar 22,25%. Het vrijgekomen budget gaat nu deels gebruikt worden voor verdere verlaging tot 20,5%.
Het is een verlaging bedoeld om buitenlandse bedrijven naar Nederland te halen. Echter betwijfel ik of de extra verlaging van 1,75% daadwerkelijk bedrijven overhaalt, die zich bij een tarief van 22,25% niet in Nederland zouden vestigen, om zich nu wel in Nederland te vestigen. Indien dit niet het geval is, lijkt de extra verlaging van 1,75% een doelloze maatregel en had het budget beter besteed kunnen worden.
Conclusie
Na het herstel van de grootste fout uit het regeerakkoord, het afschaffen van de dividendbelasting, heeft de belastingdienst het vrijgekomen budget gebruikt om enkele inschattingsfouten uit het regeerakkoord (deels) te herstellen. Naar mijn mening had het kabinet zichzelf deze sores kunnen besparen door zich vanaf het begin een betrouwbare overheid te tonen en haar oren niet te laten hangen naar enkele grote bedrijven.
Drs. C.N. Kwakman