In tijden waarin de maatschappij zich meer en meer bewust wordt van het milieu en de gevolgen van energieverbruik daarop, lijkt een actievere rol van de overheid bij de stimulering van milieubewuster investeren gerechtvaardigd. Is het huidige pallet aan maatregelen echter afdoende om het doel, een 100% duurzame energievoorziening in 2050, te bereiken? Ik ga in op enkele knelpunten voor het huidige pallet aan maatregelen. Verbeteringen van deze knelpunten kunnen duurzamer energieverbruik vergroten. Iets waar we in Nederland, maar ook in Noord-Holland naar toe willen.
In Nederland hebben we een uniek systeem met de Energie-investeringsaftrek (EIA) en Milieu-investeringsaftrek (MIA). Het unieke aan het systeem, de energie- en milieulijsten, is tegelijkertijd ook de achilleshiel. Dit zijn lijsten met de door de overheid aangewezen investeringen die in aanmerking komen voor de EIA en de MIA. De (belasting)adviseur loop je al snel achter de feiten aan. De cliënt moet bij elke investering overleggen met zijn adviseurs om te controleren of er mogelijke energie subsidies van toepassing zijn. Anders is de kans groot dat de 3 maandstermijn voor aanmelding van de investering bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO verlopen is. Daardoor ligt de bal om hier alert op te zijn feitelijk niet bij de belastingadviseur, maar bij degene die de administratie van de cliënt doet. Van belang is dat deze persoon altijd signaleert dat een bepaalde investering voldoet of misschien met een kleine aanpassing kan voldoen aan de EIA of de MIA!
De praktijk ervaart dat het aanvragen van de EIA/MIA beschikking bij de RVO een administratieve last vormt. Zeker voor het kleine MKB is de procedure van de aanvraag een omslachtige, maar ook voor grotere ondernemingen geldt dat je de weg goed moet kennen om de aanvraag soepel te laten verlopen. Het argument dat de verkoper, die weet dat er voordeel valt te behalen voor zijn klanten en hen er dan wel op wijst dat EIA of MIA kan worden aangevraagd, gaat wat mij betreft mank. De maatregelen zijn in het leven geroepen om investeren in energie en milieubewuste bedrijfsmiddelen aantrekkelijker te maken. De overheid wil de investeringsbeslissingen sturen en dit lijkt mij het best te bereiken door de investeerder het makkelijk te maken en objectief te laten zien hoe de ondernemer dit zo energie- en milieubewust kan doen.
Het is niet zo dat de overheid geheel stil zit als het om verbeteren van de maatregelen gaat. In 2015 is een besluit (BLKB2014/106M) gepubliceerd waarin onder andere op een ergernis van de praktijk is ingegaan. De starheid van de lijsten is daarin namelijk versoepeld. Het feit dat bedrijfsmiddelen die voldoen aan de gestelde eisen, maar niet expliciet genoemd staan op de lijsten ook mogen worden aangemeld is een stap in de goede richting. Dat je nu vijf jaar na het doen van aangifte alsnog de aftrek kan claimen is een prettige verruiming, ware het niet dat voor de EIA en de MIA de 3 maanden aanmeldtermijn bij de RVO nog steeds van kracht is en zonder een EIA/MIA nummer kan de aftrek niet worden geclaimd. Dit is dan ook een wassen neus. Als de aanmelding immers tijdig is gedaan zal de aftrek vaak ook geclaimd worden.
We hebben in Nederland een mooi systeem voor gestuurde investeringsaftrekken met de energie- en milieulijsten, maar indien de overheid echt wil blijven doorpakken om het doel van 2050 te behalen zal de praktijk een handreiking moeten worden gedaan. Niet alleen met budgetverruimingen, maar juist ook zal de toegang tot de regelingen moeten worden versoepeld.