Op 30 maart 2020 heb ik eerder een blog geschreven over dropshipping en BTW. Naar aanleiding daarvan heb ik vele reacties en vragen ontvangen. Met name de vraag of en door wie Nederlandse BTW verschuldigd is ter zake van de levering van de goederen van buiten de EU aan consumenten in Nederland. Vandaar hierbij een vervolg en toelichting daarop.
Wel of geen Nederlandse BTW
Uit correspondentie met de belastingdienst blijkt dat het bij dropshipping van belang is om de contractuele verhoudingen in kaart te brengen om vast te stellen of en door wie Nederlandse BTW is verschuldigd. Hieruit moet blijken door wie of in wiens opdracht de goederen in Nederland worden ingevoerd.
Bij dropshipping is de situatie meestal als volgt. De webshop sluit overeenkomsten met haar klanten die inhouden dat de webshop verplicht is goederen aan hen te leveren. Deze goederen bestelt de webshop bij buiten de EU gevestigde leveranciers, voornamelijk in China, die de goederen rechtstreeks versturen naar de klanten van de webshop. Er ontstaat geen contractuele relatie of leveringsverplichting tussen de buitenlandse leverancier en de uiteindelijke afnemer. De goederen worden op naam van de klanten van de webshop ingevoerd.
Vanuit BTW-oogpunt geldt dat zowel een levering van goederen plaatsvindt van de buitenlandse leverancier naar de webshop als van de webshop naar de consument. Het vervoer vanuit China vindt plaats in het kader van de transactie tussen de webshop en de consument. Aan de hand van het afleveradres geeft de consument immers aan waar hij of zij de goederen wil ontvangen. Dit betekent dat zowel de levering tussen de Chinese leverancier en de webshop als de levering tussen de webshop en de consument in China plaatsvindt. De plaats van levering is immers de plaats waar de verzending of het vervoer aanvangt (artikel 5, lid 1 Wet OB). Kortom, de webshop is geen Nederlandse BTW verschuldigd voor zover contractueel is bepaald dat de goederen op naam en in opdracht van de consument worden ingevoerd. Overigens betekent dit ook dat de consument dan zelf verantwoordelijk is voor de afdracht van BTW in Nederland bij producten met een waarde hoger dan € 22.
Nieuwe e-commerce wetgeving
Met de invoering van de nieuwe e-commerce wetgeving komt de invoervrijstelling voor goederen tot een waarde van € 22 te vervallen. Bij elke invoer is dus straks BTW verschuldigd, tenzij de webshop gebruik gaat maken van de nieuwe ‘invoerregeling’. Bij toepassing van de invoerregeling verkrijgt de webshop een speciaal IOSS (Invoer One Stop Shop) BTW-nummer en geldt er een BTW-vrijstelling bij invoer voor pakketjes met een waarde tot € 150.
Noodspoor voor ingangsdatum 1 juli 2021
De nieuwe e-commerce wetgeving zou in eerste instantie ingaan per 1 januari 2021, maar is vanwege corona uitgesteld naar 1 juli 2021. Hoewel Nederland en Duitsland de Europese Commissie nog hadden verzocht om verder uitstel, is dat verzoek niet gehonoreerd. De Nederlandse belastingdienst heeft de implementatie steeds vooruitgeschoven. De uitvoering kan daarom niet tijdig geautomatiseerd plaatsvinden. Dit betekent dat de BTW-registraties voor de nieuwe invoerregeling (IOSS) en het nieuwe éénloketsysteem (OSS) voor afstandsverkopen handmatig zullen worden verwerkt. Een noodspoor dus. Aanvragen kunnen vanaf 1 april 2021 worden ingediend. De belastingdienst verwacht een aantal aanvragen van 30.000. Bij meer dan 30.000 aanmeldingen zullen de doorlooptijden toenemen. Mijn advies is daarom niet te lang te wachten met de registratieverzoeken.
De auteur drs. Jan Plat is partner en als btw-adviseur werkzaam bij Contaxus Belastingadviseurs & Accountants te Volendam