De successiewet bepaalt dat binnen de aangiftetermijn voor de erfbelasting (8 maanden na overlijden) een langstlevende ouder en diens kinderen een renteovereenkomst kunnen sluiten. Een dergelijke overeenkomst wordt dan niet als een schenking aangemerkt maar wordt onderdeel van de erfbelasting. Maar dient een dergelijke overeenkomst notarieel te worden vastgelegd of mag dit ook onderhands?
Beleid Belastingdienst
Het lijkt beleid te zijn van de Belastingdienst dat bij overlijden van de langstlevende ouder een op grond van een renteovereenkomst hoger vastgestelde rente, bij overlijden van de langstlevende ouder niet wordt geaccepteerd als de renteovereenkomst niet in een notariële akte is vastgelegd. Naar mijn mening is dit onjuist beleid en behoort een onderhandse renteovereenkomst eveneens te worden geaccepteerd.
De wettelijke verdeling na overlijden van de eerste ouder
Veel mensen hebben geen testament of hebben een testament waarin de wettelijke verdeling is opgenomen. Dat betekent dat bij overlijden van de eerst stervende ouder, de langstlevende alle bezittingen en schulden krijgt toebedeeld en de kinderen hun erfdeel ontvangen in de vorm van een vordering op de langstlevende ouder. Op dit moment is een dergelijke vordering renteloos, tenzij de langstlevende ouder en de kinderen binnen 8 maanden na overlijden een andere rente overeenkomen. Deze mogelijkheid om een andere rente overeen te komen is in het erfrecht vastgelegd en als een testament is opgesteld staat deze mogelijkheid daarin veelal ook opgenomen. Een zo hoog mogelijke rente (maximaal 6% samengesteld) is vaak fiscaal interessant, omdat deze rente bij overlijden van de langstlevende ouder vrij van erfbelasting uit de nalatenschap van de langstlevende ouder wordt uitbetaald aan de kinderen.
Schenking ter zake des doods
Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een schenking die de strekking heeft om pas uitgevoerd te worden tot na overlijden van de schenker bij notariële akte moet plaatsvinden. Een bekend voorbeeld hiervan is de schenking in de vorm van een schuldigerkenning (schenking op papier). Echter, de belastingdienst kwalificeert een renteovereenkomst tussen een langstlevende ouder en diens kinderen ook als zodanig!
Onjuist standpunt
Naar mijn mening is voormeld standpunt onjuist of ten minste in strijd met de ratio van de successiewet. Zowel de successiewet alsmede het erfrecht noemt uitsluitend de mogelijkheid dat de echtgenoot van de overledene met kinderen een andere rente overeen mag komen dan bij wet of testament is bepaald. Niet minder, maar zeker ook niet meer. Nergens wordt gerept over de verplichting om dit vast te leggen in een notariële akte.
Kosten renteovereenkomst
Een renteovereenkomst opgesteld door een notaris brengt voor de burger al snel een kostenpost met zich van € 500 of meer. Een onderhandse renteovereenkomst kunnen erfgenamen zelf kosteloos opstellen of met de hulp van een boekhouder of adviseur voor een bedrag dat veelal lager ligt dan het gemiddelde notaristarief.
Advies aan langstlevende partners
Voor alle in het verleden afgesloten onderhandse renteovereenkomsten is mijn advies: betaal de rente zoveel als mogelijk (periodiek) tijdens leven uit. Dit ontneemt mijns inziens het karakter ‘des doods’ aan de renteovereenkomst. Indien dit niet mogelijk is en het loont de kosten, laat renteovereenkomsten dan alsnog tijdens leven van de langstlevende ouder door een notaris bekrachtigen in een akte.
Oproep aan het Ministerie van Financiën
Overheid, sta toe dat renteovereenkomsten onderhands opgesteld mogen worden en maak dit kenbaar in de vorm van beleid. Belast de burger niet onnodig met lasten en notariskosten en belast het in zijn algemeenheid onderbezette notariaat niet onnodig met het opstellen van dergelijke renteovereenkomsten!
mr. Niels Scholten