Het kabinet wil ondernemers stimuleren om tijdens de coronacrisis nieuwe bedrijfsmiddelen aan te schaffen en geplande investeringen naar voren te halen. Per 1 januari 2021 wordt daarom de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) ingevoerd. Gezien alle bezwaren die deze regeling met zich meebrengt, verwacht ik dat de BIK haar doel voorbij zal schieten.
Afdrachtvermindering loonheffing
Met de BIK kunnen ondernemers onder bepaalde voorwaarden een deel van hun investeringen verrekenen met hun loonheffingen. Voor investeringen tot en met € 5 miljoen geldt dat 3% van de investering in mindering kan worden gebracht op de loonheffingen. Voor grotere investeringen is dit 2,44% voor het deel boven de € 5 miljoen. Door de investeringskorting te koppelen aan de afdracht van loonheffingen, kunnen ook ondernemingen die nu verlies leiden profijt van deze regeling hebben. Voor alle aanvragen geldt een ondergrens van € 1.500 per bedrijfsmiddel en € 20.000 per aanvraag. Het kabinet verwacht dat circa 60% van de BIK-afdrachtvermindering terecht komt bij het MKB.
Kwalificerende investeringen
De BIK geldt alleen voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen, waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. Daarbij moeten de investeringen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na die volledige betaling in gebruik zijn genomen.
Aanvraag BIK-verklaring
De aanvraag van een BIK-verklaring kan vanaf 1 september 2021 elektronisch worden gedaan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een BIK-inhoudingsplichtige kan maximaal vier BIK-verklaringen per kalenderjaar aanvragen, maar niet meer dan één aanvraag per kwartaal. De maximale doorlooptijd voor de afgifte van een BIK-verklaring is 12 weken. Na ontvangst van de verklaring kunnen bedrijven de korting verrekenen met de loonheffing.
Bezwaren
De BIK brengt mijn inziens veel bezwaren met zich mee. Ik noem er een aantal:
- Indien de loonsom van een onderneming niet hoog genoeg is, is deze niet in staat om de BIK te verzilveren.
- De BIK-inhoudingsplichtige moet een administratie bij houden die aan allerlei regels dient te voldoen. Dit brengt veel extra administratieve rompslomp met zich mee.
- De ondernemingen kunnen pas begin 2022 voor het eerst de korting in mindering brengen op de afdracht loonheffing.
- Mocht achteraf blijken dat een onjuiste BIK-aanvraag is gedaan of dat de verplichte administratie niet op orde is, dan kan een correctie-BIK-verklaring worden opgelegd.
- Indien bewust een onjuiste BIK-verklaring is aangevraagd, kan achteraf een boete tot € 100.000 worden opgelegd. De hoogte van deze boete staat niet in verhouding tot het bedrag aan investeringskorting.
- De BIK-regeling is veel te ingewikkeld.
Conclusie
Gezien voornoemde bezwaren verwacht ik niet dat MKB-ondernemers, door invoering van de BIK, gestimuleerd worden om te investeren. Door de coronacrisis hebben veel ondernemingen het momenteel zwaar. Hierdoor zijn zij niet in staat en/of bereid om investeringen te doen. Daarnaast denk ik dat veel geld zal gaan naar ondernemingen die de investeringen ook zonder de korting wel hadden gedaan. Bovendien brengt de BIK veel extra administratief werk met zich mee voor een relatief gering voordeel. Het kabinet zal dan ook met wat beters moeten komen om de MKB-ondernemers te stimuleren om investeringen te doen en om de werkgeverslasten te verlagen.
De auteur drs. J. Zwarthoed-Tol is als belastingadviseur werkzaam bij Contaxus Belastingadviseurs en Accountants te Volendam