In een recente uitspraak van het hof krijgt gemachtigde een ernstige waarschuwing wegens onfatsoenlijk en respectloos taalgebruik. De belastingadviseur spreekt de belastingambtenaar o.a. aan met “Bennie Boef”. Verder laat de belastingadviseur zich op grove wijze uit over Nederland en ambtenaren van wetgeving en de uitvoeringspraktijk (met teksten als: apenland, bananenrepubliek, baggerland, georganiseerde misdaadorganisatie en maffiose trekken).
Het taalgebruik van de belastingadviseur
De uitspraak d.d. 15 maart 2018 ziet op een BPM-zaak. Hof heeft gemachtigde tijdens de eerste zitting voorgehouden dat het hof zich ernstig stoort aan het ongepaste, onfatsoenlijke en respectloze taalgebruik van gemachtigde in de stukken van het geding. Het hof verwacht van professionele procespartijen, dus ook van de gemachtigde, dat zij elkaar en de rechterlijke instanties met fatsoen en respect bejegenen. In na de zitting gewisselde stukken heeft de gemachtigde zich opnieuw op ongepaste wijze uitgelaten. Nu de gemachtigde hierin volhardt, acht het hof redenen aanwezig om de gemachtigde een waarschuwing te geven. In dit verband wijst het hof erop dat de rechter een gemachtigde tegen wie ernstige bezwaren bestaan, kan weigeren op grond van artikel 8:25 Awb.
Weigering bijstand of vertegenwoordiging
Blijkens de wetgeschiedenis moet het gaan om uitzonderlijke gevallen, waarin de bestuursrechter van mening is dat partijen moeten worden beschermd tegen ernstige schade die door het optreden van de te weigeren persoon kan worden toegebracht. Van ernstige bezwaren kan sprake zijn bij ernstige en evidente ondeskundigheid en bij het herhaaldelijk verstoren van de normale gang van zaken, eventueel onder bedreiging van geweld. Uit de jurisprudentie blijkt dat (de verdenking van) belastingfraude ook een ernstig bezwaar vormt op grond waarvan bijstand of vertegenwoordiging geweigerd kan worden. Ik heb slechts drie belastinguitspraken gevonden waarin door de rechter een beroep is gedaan op artikel 8:25 Awb, in alle gevallen was sprake van (de verdenking van) belastingfraude.
Weigering noodzakelijk?
Maken de omstandigheden van (de verdenking van) belastingfraude nu dat de weigering noodzakelijk was om de partijen te beschermen tegen de ernstige schade die het optreden van de gemachtigde kon veroorzaken? Immers, dat is de strekking van art. 8:25 Awb. De beroepsregels van bijvoorbeeld de NOB en de RB schrijven voor dat de aangesloten leden hun werkzaamheden eerlijk, zorgvuldig en behoorlijk verrichten. De gemachtigde in kwestie, ongeacht of hij bij een dergelijke organisatie was aangesloten, heeft kennelijk meer dan eens van het tegendeel blijk gegeven. In dat geval heeft de bestuursrechter in voornoemde drie belastinguitspraken mijn inziens gemachtigde terecht geweigerd.
Waarschuwing
In de zaak van 15 maart 2018 is naar mijn mening sprake van verbale agressie. Onder verbale agressie wordt verstaan het verbaal of schriftelijk bedreigen, discrimineren, intimideren, ernstig beledigen of uitschelden van een persoon. Verbale agressie valt onder het, in de wetsgeschiedenis genoemde, herhaaldelijk verstoren van de normale gang van zaken onder bedreiging van (verbaal) geweld. De rechter volstaat hier met een waarschuwing, maar had hier een punt kunnen maken door de gemachtigde te weigeren op grond van artikel 8:25 Awb. Scheldkanonnades en beledigingen zijn beschamend voor degene die ze produceert en beschamend voor een rechtstaat dat het accepteert. Ik heb altijd geleerd: wees hard op de zaak, zacht op de persoon.
De auteur mr. M.J.C. Veerman RB is als belastingadviseur verbonden aan Contaxus Belastingadviseurs te Volendam