Op 8 november 2016 stond de wereld op zijn kop. Wat lange tijd voor onmogelijk werd geacht, werd werkelijkheid. Donald J. Trump werd verkozen tot president van de Verenigde Staten van Amerika. Trump, zelf een succesvol zakenman, heeft kiezers (mede) voor zich gewonnen door te schermen met een flinke belastingverlaging voor ondernemingen. Zo stelde hij in zijn verkiezingsprogramma dat hij het tarief van de vennootschapsbelasting in Amerika wil verlagen van 35% tot 15%.
Huidige situatie Amerikaanse bedrijven
De afgelopen jaren is een aantal Amerikaanse bedrijven onder de loep genomen door de Europese Commissie, omdat deze bedrijven onrechtmatig verkregen belastingvoordelen zouden hebben genoten. Denk hierbij aan Apple, Amazon, Facebook, Starbucks en Google, die door afspraken met Europese landen en door dubieuze structuren de winsten buiten de Verenigde Staten hielden. Ook zou een fusie tussen twee chemiegrootmachten, het Amerikaanse Pfizer en het Ierse Allergen, ter waarde van 160 miljard dollar vooral gericht zijn op het verkrijgen van een hoofdkantoor in Ierland, om zo gebruik te kunnen maken van het VPB-tarief van 12% in Ierland. Deze fusie is uiteindelijk afgeblazen omdat president Obama de Amerikaanse wetgeving wijzigde, waardoor het voor Amerikaanse bedrijven veel lastiger is geworden om hun hoofdkantoor te verplaatsen naar het buitenland.
De voorstellen van Trump
De nieuw gekozen president Trump kiest echter voor een andere weg. Hij gelooft dat hij door het VPB-tarief te verlagen tot 15%, de bedrijven zodanig tegemoet komt dat ze geen wegen meer gaan zoeken om de Amerikaanse vennootschapsbelasting te ontwijken. Daarnaast stelt Trump een eenmalige heffing voor van 10% om offshore gehouden gelden van Amerikaanse bedrijven naar Amerika te halen. Onder de bestaande wetgeving worden deze gelden alsnog belast tegen 35% in Amerika, waarbij voorkoming wordt verleend voor reeds in het buitenland afgedragen bronbelasting. In de variant van Trump zal een eenmalige heffing plaatsvinden, waarbij hij hoopt dat de gelden terugvloeien naar Amerika.
Gevolgen
Door het verlagen van de tarieven hoopt Trump te bewerkstelligen dat de (Amerikaanse) bedrijven niet langer belasting zullen ontwijken door zich in laagbelaste landen te vestigen. Daarnaast kan de Amerikaanse verlaging van het VPB-tarief tot gevolg hebben dat andere landen ook besluiten tot verlaging van het VPB-tarief. De ‘race to the bottom’ krijgt daarmee een nieuwe dimensie. Was het hiervoor nog Amerika die landen op de zwarte lijst zette wegens lage belastingtarieven, dan zou het nu zomaar eens Amerika kunnen zijn die het voortouw neemt in de belastingverlagingen. Indien andere landen het Amerikaanse voorbeeld volgen, zal de drang voor bedrijven om winsten te laten vallen in laagbelaste landen afnemen en zal het imago van de -belastingbetalende- onderneming wellicht voorrang krijgen boven de marginale belastingbesparing.
Conclusie
De uitslag van de verkiezingen heeft wellicht niet de desastreuze gevolgen waar de wereld voor vreesde. Voor de wereldwijde belastingontwijking kan het zelfs positief uitpakken, doordat de voordelen die voor bedrijven te behalen zijn door de winsten in laagbelaste jurisdicties te laten vallen worden verkleind. De publieke opinie en de ‘Make America great again’-gedachte kan leiden tot een wereldwijde kentering in de belastingontwijking.
De auteur de heer drs C.N. Kwakman is als belastingadviseur werkzaam bij Contaxus Belastingadviseurs te Volendam